Geven & Nemen

Geven & Nemen

Een boek dat ik recent heb gelezen is ‘Geven en Nemen’ van Adam Grant. De titel trok direct mijn aandacht en toen ik de achterflap las waarin hij schrijft dat ‘de kracht van het geven leidt tot echt succes’ was ik overtuigd dat ik dit boek wilde gaan lezen. Want als ik ergens in geloof is dat de wereld beter wordt van mensen die meer geven dan nemen. Maar wanneer ben je een Gever en wanneer ben je dat ook niet? Of wanneer doe je misschien maar alsof en denk je heel erg goed bezig te zijn als Gever? Een onderwerp waar je prima filosofisch met elkaar het gesprek over aan kunt gaan. Adam heeft in zijn boek een goede poging ondernomen om hierover een verklarende aanpak voor te stellen.

Als je over dit onderwerp in gesprek wilt gaan is het belangrijk om even de definities goed te zetten. Je hebt Gevers, die vanuit zichzelf altijd meer geven dan nemen. Dan heb je de Nemers die van nature juist zichzelf vooraan zetten en (vaak onbewust) meer nemen dan geven. En dan heb je de Uitruilers, die wel geven, maar daarbij ook direct iets terug verwachten. Wij hebben alle vormen in onszelf zitten en daarbij een voorkeur voor een van deze houdingen. En je komt het overal tegen, zowel in je privé als zakelijke omgeving.

Netwerken

Denk bijvoorbeeld aan netwerkbijeenkomsten. Nemers en Uitruilers kom je daar regelmatig tegen en als je er op let zijn ze zeer herkenbaar. Vaak verlenen zij op voorhand een gunst aan mensen door wie ze in de toekomst geholpen willen worden. Je zou het strategisch netwerken kunnen noemen, want ze zijn erg bezig met “wie wil ik kennen en hoe zorg ik ervoor dat hij of zij mij gaat helpen?”. Misschien herken je dit wel, dan ben je aan het praten met iemand en je merkt dat diegene al langs jou heen kijkt op zoek naar de mensen die ze echt nodig hebben. Je zou kunnen denken dat wederkerigheid juist heel eerlijk is, maar het heeft twee nadelen: als je een gunst ontvangt heb je het idee dat je wordt gemanipuleerd (ohjee, wat ik moet ik hiervoor terug doen?) en je bouwt uiteindelijk een veel kleiner netwerk op. Je bent dan zo gericht op het vinden van mensen die jou direct kunnen helpen, dat je vergeet dat netwerken ook juist gaat om ontmoetingen waarbij je niet van te voren weet of en wat je er aan hebt.

Ik herken dit wel, want juist de spontane ontmoetingen zijn vaak heel waardevol gebleken op een later moment. Dat maakt netwerken ook zo leuk, want als je daarvoor open staat gaat er letterlijk een wereld voor je open. Adam beschrijft het ook mooi in zijn boek “Als nemers een netwerk opbouwen proberen ze een zo groot mogelijk stuk van de taart op te eisen. Als gevers netwerken opbouwen, maken ze de taart groter, zodat iedereen een groter stuk kan krijgen.” We zijn het ons vaak niet bewust, maar als je vanuit deze basis gaat werken wordt het ook echt leuker voor iedereen.

Ontwikkelen

In het hoofdstuk over Ruwe diamanten geeft Adam aan dat “gevers niet wachten op tekens die op potentieel wijzen van de ander”. Hij bedoelt hiermee dat Gevers zo optimistisch van vertrouwen zijn in de intenties van anderen, dat zij in hun functie als leider, manager en mentor geneigd zijn het potentieel te zien bij iedereen. Hierdoor zet een Gever een hele reeks van selffulfilling prophecy’s in werking, wat vaak leidt tot het opbloeien van veel van deze mensen. Nemers zitten veel meer op de lijn van “laat eerst maar eens zien” en Uitruilers willen in ieder geval tekenen van talent hebben gezien. Je zou kunnen zeggen dat Gevers hierdoor veel stimulerender werken voor anderen en daardoor de kans op slagen ook groter wordt, omdat een grotere groep wordt meegetrokken waarbij het talent misschien nog niet altijd direct zichtbaar is.

Al lezende linkte ik de Nemers en Uitruilers al snel aan mensen die bijvoorbeeld in de sales actief zijn. Maar wat blijkt, ook in het vak van verkoop zijn Gevers vaak veel succesvoller. Omdat een Gever niet direct bezig gaat met het noemen van zijn of haar product en op zoek is naar het verdienen, heeft de Gever meer aandacht voor de klant. Door hun krachtloze communicatie komen ze niet dreigend over en voelt de klant ook niet direct de noodzaak om te kopen. Dit klinkt ook logisch, want waar zou jij je prettiger bij voelen? Een verkoper die aandacht heeft voor jouw vraag en situatie of een verkoper die snel naar een verkoop toewerkt?

Succesvolle gevers

Is het dan werkelijk zo eenvoudig dat je succesvoller wordt door alleen maar te geven? Nee, daar is het boek helder over. Je moet voorkomen dat je jezelf wegcijfert. Adam noemt het “alruïstistische gevers” die er vanuit gaan dat anderen zijn te vertrouwen, maar die ook bereid zijn om hun wederkerigheidsstijl aan te passen in hun contacten met anderen die op grond van hun daden een nemer lijken. Kortgezegd: ze vertrouwen anderen, maar controleren hen wel. En als ze met een echte Nemer te maken krijgen, passen ze hun stijl aan naar de uitruilmodus. Wel is het verstandig voor de groep Gevers om zo af en toe ook weer echt te geven, om de Nemers de kans te geven hun fout te herstellen. Het klinkt misschien wat abstract, maar toen ik de voorbeelden hierover in het boek las gaf het mij veel herkenning.

Adam is aan het boek begonnen om bewijs te verzamelen dat een zeker misverstand uit te wereld moet halen. Hij vroeg mensen in zijn omgeving, waaronder studenten waar hij les aan geeft, wie er volgens hen onderaan de succesladder zullen eindigen? Unaniem was het antwoord “de gevers”, want “de nemers en de uitruilers” zullen het meest succesvol zijn. Hij liet hen inzien dat gevers prima in staat zijn om juist heel succesvol te zijn, weliswaar met enkele aanpassingen in hun aanpak. En daar is Adam volgens mij goed in geslaagd. Na het lezen van het boek werd ik in mijn gedachte gesterkt dat we meer Gevers nodig hebben in de wereld. Het zal niet direct alle grote thema’s oplossen, maar het vormt wel een basis waarin dit goed mogelijk is. Ik ben mij er in ieder geval weer meer bewust van geworden hoe ik daar ook zelf een bijdrage aan kan leveren.